Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij, gemeente, het zij ulieden en den vreemdeling, die als vreemdeling [bij u] verkeert, enerlei inzetting: [10]ter eeuwige inzetting bij uw geslachten, [11]gelijk gijlieden, alzo zal de vreemdeling voor des HEEREN aangezicht zijn. 10. Hebreeuws, een inzetting der eeuwigheid; Gen.17:7. 11. De zin is, dat de Israelieten en de bekeerde vreemdelingen in den godsdienst voor God evenveel zullen gelden en enerlei recht genieten.